Het kleinste reuzenrad van de kermis

Foto : Cape Kennedy, Park Hilaria 2007

door Nicole Andries - 31 juli 2008 - OOSTERHOUT - Cor Albers kreeg zijn eerste Meccanodoos in 1946, van zijn vader.

Hij vond het meteen prachtig. "We woonden in Rotterdam, ik had de hongerwinter meegemaakt. In de oorlog bracht mijn vader ons speelgoed naar de boer in ruil voor eten."

Zijn eerste doos Meccano kwam dus kort na de oorlog en Albers, inmiddels 68, was meteen in de ban van het speelgoed. Nog steeds wekken de metalen strips, tandwieltjes en schroefjes een vrolijk enthousiasme bij hem op. Zeker nu hij bij het Oosterhoutse speelgoedmuseum Op Stelten een hele kamer vol Meccano tot zijn beschikking heeft om mee te bouwen.

Tijdens de Oosterhoutse kermis opent het museum een tijdelijke tentoonstelling met kermisattracties van Meccano. Albers bouwt ze samen met Frans Reinders (72), vrijwilliger van het museum. Albers: "De eerste keer dat ik de Meccanocollectie hier zag, wist ik niet wat ik meemaakte. Ik dacht: 'Nu kan ik pas écht bouwen'."

Hij schonk zijn eigen uitgebreide Meccanocollectie ook aan het museum. "Ik wilde graag dat het ergens terechtkwam waar ook anderen er plezier aan kunnen beleven. Mijn kleinzoon zag de Meccanodozen een tijdje terug en vroeg me iets te bouwen. Toen heb ik de bewegende brug gemaakt die in de koffiekamer van het museum staat. Hij zag het, zei: 'Mooi, opa', en ging verder met computeren."

Het museum is blij met de Meccano van Albers, vertelt Reinders. Het is een grote collectie, met onder meer Meccano die Albers van ooms kreeg, van ver voor de oorlog. Het museum heeft meer Meccano. Veel onderdelen zijn verroest of gebogen. Albers pakt elk onderdeeltje even voorzichtig en respectvol op. "Deze kermis bouwen kost veel tijd, vergis je niet. We moeten veel onderdelen recht buigen en overspuiten om ze te kunnen gebruiken."

Reinders: "En veel schroefjes en bouten liggen door elkaar, we moeten dus eerst soorten zoeken die in elkaar passen."

Toch ontstaat, langzaam maar zeker, een Meccanokermis van formaat onder de handen van Albers en Reinders. Een groot reuzenrad in industrieel donkergroen. Een draaimolen die ook schuin omhoog komt. Er komen nog dingen bij, voor de expositie op 15 augustus opent. Ze werken er nu al vier weken aan. Tijdens de kermis is dus de vrucht van zes weken Meccanobouwen te bewonderen.

Het museum is dagelijks open van 13.00-17.00 uur.

Bron, overgenomen met officiële toestemming : BN/De Stem
.

Terug